Stichting Haarlemse Dichtlijn bevordert de belangstelling voor poëzie in Haarlem en omstreken en biedt dichters een podium.
Verzet
Dit
is wat is gebeurd. Met de moed nog stevig in de schoenen
trapte
jij je naar een onzalig uur. Lente nog vers. Vrijheid dichtbij.
Je
had je haren geverfd, een bril opgezet, een andere naam
aangemeten.
Je speelde op safe. Maar deze keer viel er niets
te
sturen, een wegversperring stopte het feest. Soldaten keken
je
vanuit hun hoogte aan. Geweer in aanslag, bijtende stem.
Je
tas moest open. Je was er gloeiend bij. Al het erge sloop nu
binnen.
Met scherpe ogen keek je om je heen. Niets of niemand
te
bekennen totdat je Willy zag. Maar Willy wilde jou niet kennen.
Je
bleef onzichtbaar voor zijn oog. Vanaf toen volgden uren van
kilte,
verhoor tot op het bot in stoffig licht. Oorlog gaat om feiten
en
het noemen van namen, de herhaling, en het inslikken ervan.
Geluid.
Geloop knarst tot stilstand. Niets doordringender dan een
gil.
Sterke armen duwen je een auto in. Zonder kilometers geen
thuiskomst.
Bedrieglijk groen schiet langs de ramen. Spieren en
zenuwen
spannen zich aan. Je hele lijf weet: nu gaat het gebeuren.
Het
duin dat jouw groei zag hield de adem in. Angst greep zich
vast
aan struiken en stenen. Het eerste schot…deed maar wat
“Ik
schiet beter” zeg je met ferme tanden nog. En ze schoten
en
ze schoten. Het meer dat jouw naam kent spartelde zacht.
Maandag 11 september, 8:50, Hannie Schaftschool, Haarlem
Het schoolplein is verlaten
de kinderen zijn naar binnen en
hun wegbreng-ouders zijn al door
naar de volgende bezigheid.
Ongehaast stuurt een jonge vader
zijn bakfiets door de poort,
laadt zijn zoontje uit
en wandelt met hem
naar de reeds gesloten deur.
Zijn vrijheid is hem heilig.
keerzijde
na ieder schot een warme douche
de spiegel ziet mij in damp oplossen
met ieder schot steeds minder mij
de overkant kent geen weg terug
het levende water wordt doodsrivier
het bloed hier maakt mij binnen kil
na ieder schot het hete water
en het verdampen van eigen waarde
zeep ik me weer met twijfel in
vraag ik tijd om te vergeten
geef me een geweten dat niet langer
stoort, ik heb het mijne vermoord
na het douchen streep ik het glas
veeg de spiegel met de trekker helder
zie mijn weerloos broze lichaam
wie zwegen en wie zwegen niet
en tegen welke prijs
Hanny zweeg niet en Reina
Freddie Truus en Tineke
Mies Hester Mien en Mientje
Nel Yara Lucy en Thea
Maria Marianne en Suus
Doortje Evy en Wiesje
meer vrouwen
dan
ik noemen kan
zwegen niet
spraken door
dappere daden
verborgen
de opgejaagden
redden
de kinderen met een ster
schreven nieuwe namen
op vervalste papieren
brachten eten en
het ware nieuws
zij namen levens
als het moest
om levens te redden
doodden verraders
en jagers op Joden
ze tartten de nazi’s
de moedige vrouwen
en werden gevangen
gemarteld
vermoord zoals Hanny
of overleefden
ternauwernood
en diep gegroefd
aan lijf en gemoed
de cel en het kamp
met ontbering en honger
hun prijs was
hun vrijheid
voor die van ons
zij verloren
voor altijd
vrede
Liever dood dan levend
Liever dood dan levend, ja, jij veranderde wel wat
en de vraag blijft met wat ik deed,
of dat voldoende was
De geschiedenis is een trein met
wagons vol overlevenden
ergens gestopt om te ontwaken. Oh,
helaas, iemand is dood
Liever dood dan levend, jij ziet een
noodzakelijke ingreep
en veegt daar je handen bij af, want
de wereld wankelt
De oorlog rechtvaardigt leed dat in
vredestijd niet bestaat
dat in een andere wereld niet wordt
gekend, verborgen is
Liever dood dan levend, jij weet als
geen ander vanuit je
studie wat de gevolgen zijn als je het
niet zou doen: slavernij
het hoofd gebogen, de tong verlamd,
ketenen rond enkels
en een geschiedenis in het vooruitzicht
zonder horizon
Liever dood dan levend, want allen die achter jou stonden
juichten het toe, het moment waarop
en de perfecte timing
die verhalen van weleer, de moorden
met een reden
afrekeningen die scoorden, alle genoegdoening
ten spijt
Liever dood dan levend, jij raakte de
vijand in het hart en
maakte ons weerbaar tegen
overheersers onbekwaam, gaf
hoop aan wie zich slachtoffer voelden,
wegdreven op het getij
Je bent een vrouw, een dijk die ons
behoedt voor overstroming
Liever dood dan levend, ’t verschil
tussen ons is dat jij toen al
geschoten had. Eén dode voor veel
doden, dat is het recept
Minder radicaal dan je gewild had, eenzamer
dan verwacht, je
wilde toen al dood als ‘t moest. Ik
moet mij er nog mee verzoenen